Gemeenten moeten ruimte krijgen om lokale burgerinitiatieven te faciliteren
De deelnemende initiatieven zijn een voorbeeld van de betrokken burgers die centraal staan in de participatiemaatschappij. Met veel inzet en enthousiasme pakken zij taken op die de krimpende overheid laat vallen. Met creativiteit en ondernemingszin zien zij mogelijkheden om publieke taken beter of efficiënter te organiseren. Voorbeelden zijn het beheer van buurthuizen, onderhoud van de publieke ruimte , leer-werkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en een denktank voor zorginnovatie.
In het experimentprogramma staat partnerschap tussen de initiatiefnemer(s) en de gemeente centraal. Vanuit een gedeeld belang groeit begrip voor elkaars positie. Gaandeweg blijken sommige wetten en regels onnodig, onlogisch of achterhaald. Als gevolg van een stapeleffect of doordat wetten en regels niet in redelijke verhouding staan tot het risico waartegen ze beschermen.
De initiatiefnemers dwingen de ambtenaren met een nieuwe, kritische blik te kijken naar het bureaucratisch systeem. Tegelijkertijd raken de initiatiefnemers vertrouwd met de ambtelijke organisatie. Agenda’s worden open op tafel gelegd en er groeit vertrouwen in elkaars kennis en kunde. Op basis daarvan worden afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid. In veel gevallen blijken wet- en regelgeving een minder groot obstakel dan vooraf werd verondersteld. Slechts in een aantal gevallen is goede wil niet voldoende en is de casus ingewikkelder. Deze knelpunten worden het komende jaar verder onderzocht. De focus ligt op de op de thema’s: maatschappelijk aanbesteden, aansprakelijkheid, fiscaliteit en regelluwe zones.
Maatschappelijk aanbesteden
Een aantal experimentpartners nemen (een deel van) de publieke taken over van de gemeente. Wanneer de overheid daar als opdrachtgever een financiële vergoeding tegenover zet, verplicht de wet een meervoudige aanbestedingsprocedure uit te schrijven. Tot ongenoegen van zowel initiatiefnemers als de gemeenten verliezen veel maatschappelijke initiatieven de concurrentiestrijd van gevestigde partijen. Tijdens het experiment wordt onderzocht of maatschappelijke meerwaarde kan worden opgenomen in de gunningscriteria.
Risico’s en aansprakelijkheid
Bij de maatschappelijke initiatieven bestaat veel onzekerheid over aansprakelijkheid. De meeste vragen hebben betrekking op de persoonlijke aansprakelijkheid van vrijwilligers die onder de vlag van het initiatief schade veroorzaken. Vrijwilligers in dienst van de gemeente worden in de meeste gevallen afgedekt door de gemeentelijke vrijwilligersverzekering. Het is niet altijd duidelijk of dat ook geldt voor de vrijwilligerspool van een maatschappelijk initiatief. Een ander knelpunt waar veel experimentpartners mee worstelen, zijn de vele vergunningen die zij moeten aanvragen voor het tijdelijk beheer en gebruik van gebouwen. Initiatiefnemers zien zich genoodzaakt hoge kosten te maken, om de vaak verouderde gebouwen aan te passen aan de strenge bouwnormen. Tijdens het experiment wordt gezocht naar een aangepaste risicoafweging voor tijdelijk gebruik.
Eenvoudige vergunningen en regelluwe zones
De aanvraagprocedure voor vergunningen vraagt dat initiatiefnemers hun plannen concreet formuleren. Veel initiatiefnemers hebben daar moeite mee: hun plannen ontwikkelen zich gaandeweg. Startende initiatiefnemers zouden gebaat zijn bij een heldere set richtlijnen waarbinnen ze een zekere mate van vrijheid krijgen. Op dat vlak liggen er mogelijkheden in de vorm van regelluwe zones en parapluvergunningen. Een regelluwe zone is een afgebakend gebied waarbinnen initiatiefnemers toestemming hebben om af te wijken van (een aantal) wetten en regels. Bij een parapluvergunning voor een evenement voldoet één aanvraag voor alle activiteiten in die periode. Tijdens het experiment onderzoeken de experimentpartners de (on)mogelijkheden van toestemming vooraf.
BTW en belastingvoordeel
Burgerinitiatieven worstelen met de complexe wetten en regels van het belastingstelsel. Uitzonderingsclausules maken het moeilijk om in algemene termen oplossingen te formuleren. De oplossing ligt vaak in maatwerk. Een aantal partners heeft moeite met het percentage omzetbelasting dat zij moeten afdragen. Voor de meeste activiteiten rekent de belastingdienst het hoge BTW tarief van 21%. Zij beargumenteren dat zij zich inzetten voor het algemeen belang en om die reden onder het lage tarief van 6% willen vallen.
Een vraag die bij meerdere coöperaties speelt, heeft betrekking op de toewijzing van de ANBI status (Algemeen Nut Beogende Instelling). Op dit moment krijgen coöperaties de status niet toegewezen en kunnen daarmee geen gebruik maken van belastingvoordeel bij schenkingen en donaties.
Vervolg
De elf deelnemende initiatieven vormen een leerkring van ervaringsdeskundigen die elkaar inspireren met praktische oplossingen. De leerkring is afgelopen december voor het eerst bij elkaar gekomen en zal elkaar in 2015 nog vier keer treffen. De experimentpartners worden ondersteund door externe experts. Platform31 coacht het proces en bundelt de inzichten in periodieke factsheets en een eindrapport. Ook het Ministerie van BZK is als initiatiefnemer en opdrachtgever nauw betrokken. In de loop van 2015 worden twee bijeenkomsten georganiseerd voor een bredere groep geïnteresseerden. Een aankondiging volgt op de website van Platform31.